In deze serie blikken we terug op de volgende presentaties van het congres ‘Gegevensuitwisseling in de zorg – van parel tot ketting’.
Hoe krijgen we persoonlijke gezondheidsomgevingen (PGO’s) echt aan het vliegen?
Marcel Heldoorn, manager digitale zorg, Patiëntenfederatie Nederland wil graag meer mens en minder patiënt in de zorg. Het persoonlijk gezondheidsdossier gaat van kijkdoos naar gereedschapskist, zodat iedereen die dat wil beschikken over zijn of haar eigen gezondheidsgegevens beschikt in één persoonlijke gezondheidsomgeving.
De praktijk te rijk. Van digitaal naar optimaal.
Huisarts Bart Timmers schets een dag uit het leven van een huisarts en de digitale middelen die hij gebruikt. Bart gebruikt zowel Twitter, Ozo, Slack als Whatsapp om binnen zijn huisartsenpraktijk berichten uit te wisselen. Zijn website is het toegangsportaal voor digitale tools. Hij maakt filmpjes en gebruikt e-consulten. Dat waren er voor corona 4 tot 5. Het zijn er nu 10 tot 15 per dag.
Mijnkind.online!
Anneke Dantema, directeur van Mijn Kind Online pleit voor het delen van belangrijke informatie. Zwangeren hebben onvoldoende inzicht in hun eigen medische informatie. Mijn Kind Online verbindt zorgverleners online met hun cliënten en PGO en maakt het mogelijk multidisciplinair te werken. Het is gezamenlijk ontwikkeld op basis van landelijke afspraken, online toegankelijk en veilig.
De PGO, waar gaat dat heen?
Drimpy, zo vertelt Arnold Breukhoven, is een PGO waar al 40.000 mensen gebruik van maken. Hij breekt een lans voor het verzamelen van data. Dan kunnen we daar alle relevante informatie halen die we nodig hebben. Data is leuk, maar het is pas echt leuk als je daar wat mee kan doen.
