Iedereen wil zorg die toegankelijk, van goede kwaliteit én betaalbaar is. Dat is precies de ambitie van het Integrale Zorgakkoord (IZA). Maar hoe zorgen we ervoor dat we altijd over de juiste informatie beschikken om de best mogelijke zorg te leveren?
Een van de sleutels ligt in databeschikbaarheid. Stel je eens voor dat je verschillende zorgverleners bezoekt, en ze meteen weten wat er eerder is gebeurd. Geen dubbel werk, geen herhaling van dezelfde vragen, maar gestroomlijnde zorg waarbij alles op elkaar aansluit. Dat is de toekomst die we willen realiseren.
Om dit te bereiken, moet er op landelijk niveau duidelijk beleid worden gevoerd. Databeschikbaarheid is namelijk een thema waarin de regio uniek is. Er is landelijke coördinatie nodig om ervoor te zorgen dat gezondheidsgegevens veilig en efficiënt uitgewisseld kunnen worden, ongeacht waar in Nederland je zorg ontvangt. Maar de uitvoering kan juist lokaal: via de regio’s.
Als landelijke kwartiermaker schuif ik door het hele land aan bij regionale overleggen om te zien hoe de IZA-plannen worden opgepakt. Het valt me op dat databeschikbaarheid niet overal evenveel aandacht krijgt. In sommige regio’s komt het onderwerp indirect ter sprake, bijvoorbeeld als we praten over hoe we gegevens beter kunnen uitwisselen. In andere regio’s gaat het vooral over strategie en beheer, of over de ontwikkeling van persoonlijke gezondheidsomgevingen (PGO’s). Hierbij ligt de nadruk op eenheid van taal, zodat iedereen elkaar begrijpt.
Het ministerie van VWS heeft de afgelopen jaren duidelijk regie gepakt op het gebied van databeschikbaarheid. Vorig jaar is de Nationale visie op het gezondheidsinformatiestelsel tot stand gekomen. Deze visie richt zich op het beschikbaar stellen van gezondheidsgegevens en digitale diensten om passende (hybride) zorg te kunnen bieden. De visie steunt op drie pijlers: databeschikbaarheid, vertrouwen en regie. De visie wordt in drie fasen gerealiseerd waarbij de logische eerste fase het organiseren van interoperabiliteit is. En dit wordt via de regio’s werkelijkheid gemaakt.
Als je langs netwerken data beschikbaar wil stellen, is elkaars taal spreken een essentiële voorwaarde. Wat we nu dus vooral moeten blijven doen, is de regio’s benutten om de landelijke kaders te verspreiden. Een goed voorbeeld hiervan is het landelijke MedMij-afsprakenstelsel waarin de technische standaarden voor het veilig uitwisselen van medische gegevens zijn vastgelegd. Deze standaarden worden steeds meer op regionaal niveau ingevoerd, zodat patiënten via persoonlijke gezondheidsomgevingen (PGO’s) regie hebben over de gegevens die over hun gezondheid zijn vastgelegd.
Het IZA loopt tot 2026, maar als het gaat om databeschikbaarheid is het werk nooit helemaal af. We zitten nu midden in de transformatie, en iedereen voelt de urgentie. De komende jaren is het vooral van belang dat we allemaal dezelfde kant op bewegen. Het bericht aan de regio’s voor databeschikbaarheid is duidelijk: werk samen en beweeg mee. Want alleen door samen te werken, kunnen we de zorg toekomstbestendig maken en praktische resultaten boeken die voor iedereen merkbaar zijn.
Aiko de Raaf
Landelijke Kwartiermaker IZA VWS
Meepraten over dit onderwerp of andere onderwerpen? Meld je dan aan voor het congres Databeschikbaarheid | IZA als sleutel naar de praktijk op 4 oktober aanstaande.