Skip to main content
ArtikelenDiagnostiekEvents

Maatschappelijke opdracht

Het is nu vijf jaar geleden dat we als diagnostische afdelingen – inclusief de ziekenhuisapotheek – bij elkaar zijn gaan zitten om te spreken over de vraag wat ons onderscheidt en bindt. Al die afdelingen hebben hun eigenheid en hun vakgebied-specifieke werkprocessen. Maar we hebben ook veel overeenkomsten. Op basis daarvan zijn we onze strategie gaan bepalen. We hebben gekeken naar de grote wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen in onze vakgebieden en in de buitenwereld en wat dat betekent voor onze rol in het ziekenhuis en voor de weg die de patiënt aflegt. Dit leidde vanzelf tot de vraag of het omwille van de kwaliteit voor de patiënt niet logischer is om te gaan samenwerken. Ja dus. Dat werd het centrum voor Diagnostiek en Advies.

Dat we nu samen optrekken, betekent ook dat we van elkaar leren. Daarbij ontstond gaandeweg het inzicht dat de diagnostiek ook een poortspecialistische kant heeft én een rol in de behandeling. Een interessante ontwikkeling.

 

Samenwerking levert duidelijke meerwaarde op

De samenwerking levert duidelijke meerwaarde op. Een mooi voorbeeld is het werkgebied dat is ontstaan tussen pathologie en genetica: het laboratorium voor tumorgenetica. Een ander voorbeeld is de frontoffice (Radboudumc Laboratorium voor Diagnostiek, RLD) die we hebben gecreëerd waar alle lichaamsmateriaal voor diagnostiek bij één loket binnenkomt en van daaruit naar de afdelingen laboratoriumgeneeskunde, medische microbiologie, pathologie, genetica of apotheek gaat, afhankelijk van welk type onderzoek nodig is. Dat wordt mogelijk als je bereid bent over de grenzen van je vakgebied heen te samen te werken.

 

Sleutelrol voor diagnostiek

Maar daarmee zijn we er nog niet. Inmiddels is er het Integraal Zorgakkoord met de duidelijke boodschap dat een transformatie in de zorg moet worden bewerkstelligd omdat ‘meer van hetzelfde’ geen werkbare optie meer is. Diagnostiek kan hierin een sleutelrol vervullen. Kijk bijvoorbeeld naar de mogelijkheden die DNA sequencing biedt in meer gepersonaliseerde behandeling. Of de belofte van artificial intelligence. Alleen al die twee mogelijkheden, naast zoveel andere, bieden grote kansen om onze innovatiekracht ten volle te benutten.

In het Integraal Zorgakkoord wordt gesproken over passende zorg. Dat is een eufemisme voor ‘mag het een onsje minder?’ en dat is niet het uitgangspunt dat artsen enthousiast aan het werk zet om die beoogde transitie mogelijk te maken. Wij gaan daarom uit van een ander concept, namelijk een onderdeel van de eed van Hippocrates: in de eerste plaats geen schade doen. Dit is te betrekken op de diagnostiek, maar ook op wat de uitslag daarvan kan betekenen voor de behandeling van de patiënt. Soms betaalt een ’onsje meer’ in diagnostiek zich dubbel en dwars uit in waarde voor de patiënt of in besparingen later in behandeling of ziekteverloop. Precies de juiste diagnostiek verrichten en er ook precies de juiste conclusies uit trekken, om zo tot een zorg te kunnen komen die precies aansluit bij wat de individuele patiënt wenst en nodig heeft. Dat sluit wél aan bij de drijfveren van artsen.

Als we uitgaan van de veronderstelling dat een transformatie in de diagnostiek mogelijk is – en daar ben ik van overtuigd – dan heb je een maatschappelijke opdracht om wetenschap en innovatie te blijven verbinden aan diagnostiek. Geen geringe opdracht, want het betekent een hechte verbinding van de academie met gezondheidszorg in de volle breedte en continue investering. Maar wel een noodzakelijke en waardevolle.

Katrien Grünberg, hoogleraar pathologie en medisch directeur centrum voor Diagnostiek en Advies Radboudumc

Leave a Reply